Eens Illegaal - Altijd Illegaal van kracht

Op 6 juli is in het Staatsblad de 'visumwet' gepubliceerd, waarin onder andere staat dat eerder illegaal verblijf een reden is om een mvv te weigeren.

De mvv-weigering geldt voor 5 jaar, maar kan korter worden:

Het achtste lid strekt ertoe de bevoegdheid, om een vreemdeling tegen te kunnen werpen dat hij eerder onrechtmatig in ons land heeft verbleven, eveneens te beperken tot een periode van vijf jaren, te rekenen vanaf de (laatste) uitzetting of het (laatste) gecontroleerde vertrek uit ons land, in aansluiting op het bestaande signaleringsbeleid ter fine van weigering van de toegang. De duur van de signalering wordt bepaald aan de hand van de bijkomende omstandigheden en bedraagt ten aanzien van niet-criminele vreemdelingen als regel niet meer dan vijf jaren. Wat betreft niet-criminele vreemdelingen strookt dit beleid grotendeels met de regels betreffende de maximale duur van het inreisverbod. Daarbij ligt het in de rede dat, in geval sprake is van een inreisverbod van kortere duur dan vijf jaren, ook het eerdere onrechtmatige verblijf vanaf het einde van die kortere duur niet langer wordt tegengeworpen bij de beslissing omtrent een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of een machtiging tot voorlopig verblijf.

Uitzonderingsgroepen zijn:

Allereerst wordt eerder onrechtmatig verblijf niet tegengeworpen ingeval dat verblijf zich uitsluitend tijdens de minderjarigheid van de vreemdeling heeft voorgedaan. Onrechtmatig verblijf van een minderjarige is immers als regel niet aan de minderjarige toe te rekenen. Daarnaast wordt eerder onrechtmatig verblijf niet tegengeworpen ingeval het betreft de vreemdeling die als echtgenoot of minderjarig kind in het land van herkomst is achtergelaten (onderdeel a), de vreemdeling die huiselijk geweld heeft ondervonden van de persoon bij wie het verblijf op basis van een verblijfsvergunning met een daartoe strekkende beperking was toegestaan (onderdeel b). Verder betreft het de vreemdeling die eergerelateerd geweld heeft ondervonden (onderdeel c). Voorts betreft het de vreemdeling die buiten zijn schuld niet kan terugkeren naar zijn land van herkomst omdat de autoriteiten van het land van herkomst daaraan niet meewerken (onderdeel d). Ook betreft het de vreemdeling jegens wie, met toepassing van artikel 3.71, vierde lid, van het Vb 2000, ervan wordt afgezien tegen te werpen dat hij niet over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf beschikt die overeenkomt met het doel waarvoor de verblijfsvergunning wordt aangevraagd, op grond dat die tegenwerping naar het oordeel van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard (onderdeel e).

Lees hier de wetstekst

« terug

 

Delen | print deze pagina